‘Moet je grammatica als blogger perfect zijn?’ luidde onlangs een vraag in een LinkedIn-groep voor freelancers. Daar heeft de tekstschrijver meer dan één antwoord op.

Niemand schrijft volmaakt Nederlands, ook de tekstschrijver niet. Dat blijkt wel uit het feit dat zelfs de beroeps er niet in slaagt om nul fouten te scoren in het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Grammaticaal gaat de tekstschrijver ook weleens de mist in. Gisteren schreef ik nog ‘Mag ik u postcode en huisnummer?’ in een statusupdate op Facebook. In het vuur van de strijd, in mijn frustratie over een knullig IVR-menu van het callcenter dat ik aan de lijn had. Toen ik de fout teruglas, schrok ik er zelf van. En reken maar dat hij opviel bij mijn vrienden, want een tekstschrijver maakt toch nooit fouten?

Een veelgehoorde stelling is dat een blog de authentieke verwoording moet zijn van de ideeënwereld van de blogger. Daar lijkt weinig tegen in te brengen. Niet iedere blogger hoeft een schrijver te zijn. Een relatietherapeut moet over relatieproblemen kunnen bloggen. Een jurist moet over interpretaties van wetteksten kunnen bloggen. Een organisatieadviseur moet over reorganisaties kunnen bloggen. En omdat niet iedere relatietherapeut, jurist of organisatieadviseur kan schrijven, horen taalfoutjes er nu eenmaal bij.

Er valt iets voor die stelling te zeggen, niet alleen voor blogs, maar ook voor het kortebaanwerk op Facebook en Twitter. Stel dat je een beroemdheid volgt, wil je dan dat een ghostwriter diens gedachten en wederwaardigheden vervat in keurig verzorgde taal? Nee, je hoopt op de authentieke ervaring. Je wilt in het hoofd van je held kruipen, er voor je gevoel eventjes bij zijn. Vaak is juist aan het taalgebruik te zien dat de BN’er zelf zijn social media verzorgt. Spel- en taalfouten zijn dan juist goed: die vatten we op als tekenen van authenticiteit.

Het wordt anders als je een blog inzet om je doelgroep van je expertise te overtuigen. Dan wil je iets bij je lezers teweegbrengen. Hun onderbewuste prikkelen, ze aan het denken zetten, ze ergens bang mee maken of juist geruststellen. Hoe werken taalfouten in dat verband? Als enorme bliksemafleiders. Iedere keer dat je door een idee wordt verleid of in een betoog wordt meegesleurd, knettert het bij zo’n taalfout even in je hoofd en ben je de draad kwijt.

Natuurlijk is het een graduele kwestie. De persoonlijkheid – en dus authenticiteit – van een relatietherapeut speelt een relatief grote rol in diens rijtje van unique selling points. Een foutje vergeven we iemand in een dergelijk werkveld misschien eerder dan als het om een jurist of organisatieadviseur gaat. Maar als je een zakelijk blog ‘opsiert’ met kromme zinnen of verkeerde d’s en t’s, wat voor indruk laat dat dan achter over je professionaliteit? Om terug te grijpen op de taalfout die ik op Facebook maakte: hij leidde prompt een paar keer af van de inhoudelijke discussie. Als dat zelfs op een vluchtig medium als Facebook gebeurt, hoe zou het dan gaan op  jouw blog?

Het scheelt al veel als je even afstand neemt van je eigen tekst en niet meteen op ‘Post’ klikt. Spontane, in de haast gemaakte fouten zeef je er daarmee al uit. Maar of je dan ook als vanzelf een verleidelijk en overtuigend verhaal in handen hebt? Dat heeft meer met structuur en opbouw te maken dan met grammatica. Misschien moeten we het de volgende keer daarom eens over een andere vraag hebben: ‘Moet je als blogger een samenhangend betoog kunnen schrijven?’ Of is in dat geval de vraag stellen hem beantwoorden?

 
Categorie Marketing Advies