14877774_s belastingdienstDe Nederlandse belastingdienst viel in 2013 in de prijzen (Big Brother awards) vanwege het opvragen van gegevens van mensen die bij parkeerautomaten op kentekens parkeren en voor het opslaan van kentekens die de politie voor de belastingdienst verzamelt. Maar ook de gewone belastingbetaler moet oppassen voor de informatiehonger van de belastingdienst. Wat weet de belastingdienst eigenlijk van u en waar haalt zij haar informatie vandaan?

Informatiehonger

De belastingdienst heeft, als uitvoerende macht, als taak de belastingen te innen conform de fiscale wetgeving. Om dit op een rechtvaardige manier te laten verlopen heeft zij informatie nodig. Op grond van de belastingwetten moeten belastingplichtigen veel informatie bewaren en onder omstandigheden verplicht aan de belastingdienst verstrekken. Ook zijn steeds meer instanties wettelijk verplicht om de belastingdienst jaarlijks informatie te sturen. Daarnaast heeft de Nederlandse belastingdienst steeds meer mogelijkheden om informatie bij ondernemingen en organisaties op te vragen en zelfs af te dwingen. Banken melden de fiscus uw spaartegoed en effectenbezit, verzekeraars doen opgave van levensverzekeringen en premies, gemeenten leveren adresgegevens en WOZ-waarde, het UWV stuurt het inkomen en het Kadaster de informatie over uw eigen huis. Ook autoleasebedrijven, RDW, zorgkantoren, Kamer van Koophandel, … leveren automatisch gegevens aan.

Privacy

Enerzijds zien we in de praktijk dus de neiging van de belastingdienst om zo veel mogelijk gegevens die beschikbaar zijn voor controle te verzamelen. Anderzijds wekt deze informatiehonger achterdocht op, waarbij centraal staat of deze informatieverstrekking nu echt nodig is en of dit niet in strijd is met het recht op privacy.

Zoals ik eerder heb geschreven in mijn blogbericht (De relatie tussen het recht op privacy en het bankgeheim), op de website van diekeurebe.wordpress.com, heeft het begrip privacy onder meer te maken met de vrijheid van het individu en de intimiteit van het persoonlijk leven. We kunnen dit begrip in het algemeen definiëren als het verlangen van een individu om zijn persoonlijke levenssfeer te vrijwaren. Dit verlangen komt momenteel nadrukkelijker tot bewustzijn omwille van de bedreiging van deze waarde. Deze bedreiging wordt niet alleen veroorzaakt door de voortschrijdende informatisering en digitalisering van de samenleving maar vooral door het vitaal belang van het recht op informatie.

Het recht op privacy manifesteert zich duidelijk in de financiële sector. Er wordt veel (digitale) informatie opgeslagen in de databanken van financiële instellingen. Al deze inlichtingen, die in het kader van een efficiënte uitvoering van de bankactiviteiten worden ingewonnen, vormen een potentiële bron van informatie over het doen en laten van de individuele burger. Hierdoor kan de privacy van een individu worden aangetast.

Internationaal

De Europese Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 - die op 5 januari 2015 in werking is getreden en tegen het eind van het jaar omgezet moet worden in nationaal recht - voorziet een uitbreiding van de automatische gegevensuitwisseling en gaat veel verder dan de Europese Spaarrichtlijn. Voor de gegevens van 2016 (denk aan de banktegoeden, de opbrengst van effectenportefeuilles of de afkoopwaarde van levensverzekeringen) geldt er een automatische gegevensuitwisseling die ten laatste dient plaats te vinden op 30 september 2017. De verruimde bijstandsrichtlijn vormt een uitbreiding van de bestaande richtlijn uit 2011 en is het gevolg van de snelle evolutie inzake informatie-uitwisseling op het niveau van de OESO. Op deze manier krijgt de Nederlandse belastingdienst nog een beter zicht op het buitenlands vermogen.

Conclusie

Ondanks de beschermregels voor de privacy is het duidelijk dat de belastingdienst over steeds meer instrumenten beschikt om informatie over een belastingplichtige te verkrijgen. Een belangrijk aspect in de hele discussie van gegevensuitwisseling is de privacy. Volgens mij heeft zowel de belastingwetgever als de belastingdienst als uitvoerder onvoldoende aandacht (gehad) voor de mogelijke conflicten van de fiscale inlichtingenverplichtingen met de privacyregels. Er zal zich zeker een privacyprobleem voordoen als bijvoorbeeld alle belastingambtenaren zomaar toegang krijgen tot een superdatabank met alle gegevens. Bovendien moet men zich ook de vraag stellen of het bewaren, bewerken en verstrekken van persoonsgegevens niet in strijd kan zijn met de Wet bescherming persoonsgegevens.
 
 
Categorie Financieel Advies