accountant

Ontdekken fraude geen taak van accountant

Peter Schimmel

In het artikel ‘Zoeken naar fraude bij reguliere accountantscontroles is geen kul’ citeert Marcel Pheijffer mijn mening over fraude en accountants (FD, 16 augustus). Omdat ik de accountant vrijpleit, ligt mijn mening kennelijk gevoelig.

Het maatschappelijk verkeer verlangt van de accountant de ontdekking van fraude en is teleurgesteld als hij faalt. Ik meen dat die teleurstelling komt door het gebrek aan kennis over de aard van het frauderisico en een te grote verwachting van het kunnen van accountants. Accountants ‘bashen’ is niet de oplossing.

Fraude wordt niet veroorzaakt of gefaciliteerd door accountants (uitzonderingen daargelaten). Mensen worden niet ziek van de dokter, maar ze gaan naar hem toe als ze ziek zijn. Helaas klopt de fraudeur niet met een fraude aan bij de accountant. Van Marcel Pheijffer moet die accountant dan maar op zoek gaan naar de fraudeur. Maar wat kan de accountant eigenlijk vaststellen in geval van fraude? Per definitie: niets. Dit verdient uitleg.

In alle definities van fraude staan de begrippen opzet en verhulling centraal. Opzet betreft de inzet van het handelen en het doel dat daarmee wordt beoogd. Stel als accountant maar eens de geestestoestand vast van iemand die een fout heeft gemaakt.

Het ligt wat complexer. Als je een fout tegenkomt, ligt het niet voor de hand dat het om fraude gaat, omdat een cumulatieve eis aan fraude de verhulling is. Die verhulling leidt ertoe dat juist een frauduleuze bankovermaking rechtmatig oogt en dus niet als fout te onderkennen is. Er is een zakelijke reden, een contract, er is een factuur, er is vaak zelfs een derde die over transactie en vermeende tegenprestatie kan getuigen. Check.

Fraude is een slim risico, waarvan de gevolgen lastig (tijdig) te ontdekken zijn. Fraude is een mensenrisico met hersens dat actief inspeelt op de maatregelen en de handelingen van de controleur en hem daarbij willens en wetens bedriegt. Dat bedrog maakt dat het niet over simpele diefstal of verduistering gaat. Dat bedrog vereist een gedragswetenschapper als wederpartij en geen verificateur van de getrouwheid van een financiële verantwoording. Die verificateur, de accountant, is daartoe niet geëquipeerd. Toch verlangt de communis opinio van hem om als een Don Quichot tegen fraude op te trekken.

Verwacht van de accountant geen wonderen als het om ontdekken van fraude gaat. Het is niet de accountant die de fraude veroorzaakt en hij is slechts zelden degene die bij machte is de fraude te ontdekken. Wat betreft voorkoming en afschrikking kan de accountant wel bijdragen als het om de gelegenheid gaat, maar mist hij meestal de gedragswetenschappelijke kennis en vaardigheden om de echte oorzaak van fraude aan te pakken. Want die zit tussen de oren van de fraudeur. De gelegenheid veroorzaakt namelijk niet fraude, maar de fraudeur, die daartoe door middel van bedrog de gelegenheid creëert.

Peter Schimmel is forensisch accountant bij Grant Thornton.

Salut, Wim.

Don Quichot was dan ook geen accountant! Salut, kubus.nl

 
 
Categorie Financieel Advies