De ondernemingsraad dacht het goed gedaan te hebben toen de werkgever voorstelde om de pensioenregeling van de werkgever te veranderen. De kantonrechter oordeelt [1]anders.

 

Uitspraak van de rechtbank

Op 19 oktober 2020 deed de rechtbank Noord-Holland uitspraak over een door de ondernemingsraad aangespannen zaak tegen de werkgever, omdat de werkgever de afspraak, dat niemand er vanwege de wijziging van de pensioenregeling op achteruit mocht gaan, zou hebben geschonden.
 
Pensioenpech
De kosten voor een (excedent) pensioenregeling stegen naar de zin van de werkgever naar een niveau dat zij ongewenst achtte en stelde een andere pensioenuitvoerder voor.

 

Het voorbehoud van de actuaris

De ondernemingsraad vroeg om meer informatie en de pensioenadviseur van de werkgever leverde berekeningen waaruit bleek dat de voorgestelde pensioenregeling zelfs beter was maar wel met een indekking in een noot. Deze kleine lettertjes van de actuaris melden echter onder andere ook het volgende: ‘De resultaten in deze presentatie zijn schattingen gebaseerd op aan ons beschikbaar gestelde pensioengegevens en veronderstellingen omtrent toekomstige ontwikkelingen. Hoewel wij deze gegevens en veronderstellingen zo zorgvuldig mogelijk hebben getoetst en vastgesteld, kunnen wij niet garanderen dat de aan ons geleverde gegevens juist zijn of dat toekomstige ontwikkelingen niet zullen afwijken van de gehanteerde veronderstellingen.’

 

De werkgever geeft aan dat de nieuwe pensioenregeling “minimaal gelijkwaardig is, zo niet beter” en biedt ook aan om de pensioenregeling ter compensatie op punten te verbeteren.

Het pensioen valt tegen

Maar wat blijkt: de pensioenen worden al jaren niet geïndexeerd. De ondernemingsraad vraagt door.

Er blijkt geen ruimte in het afgesproken budget te zijn om de kosten voor indexaties te kunnen betalen.

De compensatie blijkt te worden gefinancierd uit het met de werkgever afgesproken pensioenbudget waaruit, naar later blijkt, ook de advieskosten van de consultant betaald zijn.

Tevens spraken werkgever en de ondernemingsraad met elkaar af om jaarlijks overleg te hebben over de indexaties. Dit is er niet van gekomen.

 

De bezwaren van de ondernemingsraad

De ondernemingsraad stelt dat zij niet zouden hebben ingestemd als zij volledige en juiste informatie zouden hebben ontvangen.

 

De ondernemingsraad is van mening dat de werkgever niet heeft gehandeld volgens het advies, heeft dit besluit aangevochten en verzoekt de rechter om de werkgever te verplichten om een instemmingsverzoek in te dienen of de indexaties toe te passen en hiervoor een koopsom te storten.

 

De rechter gaat niet mee met de bezwaren van de ondernemingsraad, dus pensioenpech voor de werknemers

De rechter verwerpt de verzoeken van de ondernemingsraad onder andere omdat een verwachting die is berekend door de actuaris geen garantie is en er voldoende disclaimers zijn opgenomen.

 

Geconcludeerd moet worden dat:

  • de tekst van het advies of een instemmingsverzoek dus cruciaal is bij de totstandkoming van een nieuwe afspraak en
  • dat er goed achter de cijfers gekeken moet worden: op welke veronderstellingen zijn de verwachtingen gebaseerd?
  • de Rechter meer heeft gekeken naar de werkgeverskant van het verhaal namelijk naar de disclaimers en berekende verwachtingen dan naar de harde toezegging van de werkgever dat er niemand op achteruit zou gaan.
  • bij een eventueel verdere rechtsgang zou daar sterker op moeten worden gewezen.

 

Vanwege de wijzigingen die voortvloeien uit het pensioenakkoord, waarbij zo goed als alle pensioenregelingen worden veranderd en hier een berekening voor gemaakt gaat worden, kunnen ondernemingsraden wijze lessen trekken uit deze uitspraak.
 
[1]Uitspraak Rechtbank