Eerlijk delen? Pensioen is een ondergeschoven kind en de aandeelhouder is de ultieme winnaar.

In het populaire TV-programma van Jeroen Pauw werd onder andere het boek Fantoomgroei van Sander Heijne en Hendrik Notten besproken. Hierin wordt beschreven dat de laatste 40 jaar de bedrijfswinsten gulzig over de rand lopen en dat de werknemers daar nauwelijks beter van zijn geworden. Deze tendens kan naadloos worden doorgetrokken naar de pensioenen.
 
pensioenpolder

Spaarzame pensioenen

Pensioenen zijn de afgelopen jaren steeds kariger geworden, omdat het zogenaamd “onbetaalbaar wordt” volgens (pensioenadviseurs van) werkgevers, terwijl de winsten van veel ondernemingen en de salarissen van het topmanagement juist heel fors zijn gestegen.

Een ontwikkeling die zich al decennia heeft voortgezet. Met minder regels en meer winst een sterkere economie. Hiervan zou iedereen beter worden. In Nederland werden afspraken over loonmatiging tussen de vakbonden en werkgevers tijdens het akkoord van Wassenaar gemaakt.

Geen spaarzame beloningen voor management en aandeelhouders

De beloningen voor de aandeelhouders en het topmanagement zijn onfatsoenlijk verhoogd ten opzichte van de beloningen die naar de werknemers zijn gegaan. In het begin van de jaren tachtig ging er nog 92% van de toegevoegde waarde -vanwege de verrichtte arbeid- richting loon (Arbeids inkomens Quota).

De effectiviteit is vanaf de tachtiger jaren ook nog eens enorm verhoogd maar de werknemers zien van de AiG anno 2021 slechts 70% van terug. Werknemers ontvangen per geproduceerde euro dus bijna 20% minder en dit verschil gaat voornamelijk naar de aandeelhouders. Dit wordt internationaal volgens de Neo-Liberalistische principes steeds meer als volkomen normaal en ook als goed gezien.

Is deze scheefgroei in de beloningen wel acceptabel?

Maar moeten wij dat ook echt normaal vinden? Of is dit ons zo aangepraat door de werkgevers, de overheid en het is helaas ook door de vakbonden getolereerd terwijl het natuurlijk ongewenst is. De inkomensgroei voor de werknemers is zeer sterk achtergebleven ten opzichte van de enorme winsten van de bedrijven. Ook de pensioenaanspraken worden keer op keer ernstig uitgehold en zijn  daardoor fors lager geworden. Van het prachtige 70% eindloonpensioen of 90% middelloon plus indexatie na 40 dienstjaren naar maximaal 75% middelloon meestal zonder indexatie of een premieregeling met in de meeste gevallen zeer teleurstellende pensioenuitkomsten. In veel gevallen zijn de pensioenaanspraken per saldo gehalveerd ook vanwege het opschuiven van de pensioendatum van 65 jaar naar 68 jaar.

Tijd voor herbezinning

De komende jaren moeten alle pensioenregelingen weer worden aangepast. Best een mooi moment om als ondernemingsraad of werknemersvertegenwoordiging stil te staan bij de gevolgen van de enorme pensioenversoberingen die wij sinds enkele decennia meemaken en een goede gelegenheid om de mogelijkheid aan te grijpen om hierover diepgaand in discussie te gaan met zowel de medewerkers als met de werkgever.

 

Bij het versoberen van pensioenregelingen moeten werknemersvertegenwoordigers vragen stellen zoals:

  • Is ons pensioen alleen gebaseerd op belonen of ook op verzorgen en sluit dit aan bij wat de visie van het bedrijf hierover is en ook nadrukkelijk of de OR dat normaal en passend vindt?
    Voor veel medewerkers geldt dat hun inkomen echt helemaal op gaat en zij niet (kunnen) sparen voor gebeurtenissen die tegenvallen. Hun netto-inkomen na pensioneren mag dan ook niet (veel) lager worden. Het is goed om hiermee rekening te houden en mee te nemen in de gedachten bepaling;
  • Sparen mensen zelf als zij in de gaten hebben dat hun pensioen achterblijft?
    Uit onderzoeken zijn de navolgende knelpunten c.q. aandachtspunten naar voren gekomen:

    • Minder dan 1% van de medewerkers maakt gebruik van de mogelijkheden die veel pensioenuitvoerders bieden om extra in te leggen voor een beter pensioen;
    • Er wordt erg weinig gebruik gemaakt van de pensioeninformatie die uitvoerders op hun portal bieden;
  • Weten werknemers of hun pensioen achterblijft ten opzichte van wat zij denken nodig te hebben?
    • Maar de helft van de werknemers heeft ooit eens ingelogd in het pensioenportal van de pensioenuitvoerder. Veel werknemers gaan ervan uit dat het pensioen wel wat zal tegenvallen, maar hoeveel is bij de meesten een vraag. Onwetendheid kan een zegen zijn;
    • Ook een behoorlijk gedeelte van de werknemers heeft er -volledig onterecht- vertrouwen in dat het pensioen wel goed zal zijn zonder dat dit de realiteit is in het bedrijf waar zij werken.
  • Wat is een normaal pensioeninkomen dat wij willen nastreven als bedrijf en gaan wij dit met de huidige regeling ook bereiken?
    • Laat eens een doorrekening door de (pensioenadviseur van) werkgever of door een externe adviseur maken, dan weet je als werknemersvertegenwoordiging waarover je het kunt hebben;
  • Wat betekent het als de werkgever zegt dat het onbetaalbaar is?
    • Bij veel ondernemingen is er meer dan voldoende financiële ruimte om het personeel ook na pensionering een fatsoenlijk pensioeninkomen te geven. Druk op de resultaten ten gunste van de aandeelhouders voorkomt dit in veel gevallen. Als de continuïteit in gevaar zou komen als een goed pensioen zou worden geregeld is dit voor een werknemersvertegenwoordiging ook goed om te weten;
  • Als het beter met het bedrijf gaat worden dan pensioenen weer op het oude niveau teruggebracht?
    • In slechte economische tijden wordt vaak aan de werknemers gevraagd om in te leveren in arbeidsvoorwaarden. De OR en werknemers gaan daar- als de nood echt aan de man is- bijna altijd terecht in mee. De OR of de werknemersvertegenwoordigers vergeten structureel om dan een clausule op te nemen waarin staat dat als het weer beter gaat met het bedrijf de verlagingen van de pensioenaanspraken worden geschrapt en weer op het oude niveau worden teruggebracht en dat het dus om een voorwaardelijke tijdelijke toezegging gaat. Wij zijn deze heel belangrijke clausule in onze bijna veertig jarige ervaring nog niet tegengekomen bij ondernemingsraden die niet door ons zijn geadviseerd.

Periodiek overleg is een vereiste

De Wet Toekomst Pensioen schrijft voor dat werkgever en medewerkers periodiek overleg moeten hebben over het pensioenniveau dat de pensioenregeling wil nastreven. Als dit streven niet gehaald wordt staat er echter geen enkele sanctie op dat er dan ook iets gedaan moet worden om het streven wel te bereiken. Het is goed om hierover bindende afspraken met de werkgever te maken.

Een goede doorrekening, op basis van onderbouwde verwachtingen, zoals bijvoorbeeld de uitgangspunten van DNB, geeft dit inzicht.

 

Deze kennis kan leiden tot discussie, omdat de uitkomsten van de berekeningen niet voor iedereen passen binnen hun wensenkader. Het niet hebben van kennis leidt tot onwetendheid (“we hebben een mooie pensioenregeling”) en het Engelse gezegde ignorance is a bliss vertalen we in het Nederland tot zalige onwetendheid. Maar na de juiste doorrekeningen en het verkrijgen van kennis valt er vaak juist wel wat te doen aan de pensioenarmoede wat op veel gepensioneerden van toepassing is.

Geen gebrek aan matige pensioenregelingen

De meeste pensioenregelingen hebben een zeer matig niveau. Bij de meeste pensioenfondsen is jarenlang een veel te lage (niet- kostendekkende) premie berekend omdat de “beschikbare” loonruimte door de vakbonden voor de salarissen werd gebruikt en niet om tot een fatsoenlijk (geïndexeerd) pensioen te komen.

In de “vrije markt” (bedrijven die niet onder een CAO met verplichte pensioenregeling vallen) is de pensioensituatie meestal nog aanzienlijk schrijnender.

De opgebouwde middelloonpensioenen worden in de meeste gevallen helemaal niet meer geïndexeerd en worden dus door inflatie heel ernstig uitgehold en de beschikbare premieregelingen zijn meestal van een dusdanig laag niveau dat als werknemers alleen van hun AOW plus pensioen afhankelijk zijn zij niet één maar meerdere stappen terug moeten doen.

Inschakelen van een onafhankelijke adviseur voorkomt eenzijdige afspraken

Juist omdat pensioen niet populair is en ook onzeker is krijgt dit onderwerp veel commentaar, zeker van veel mensen die niet ter zake deskundig zijn. Het gevolg is dat in de onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers het een voordeel lijkt om geld van pensioen naar het direct inkomen te verschuiven. De pensioenadviseur van de werkgever heeft eigenlijk structureel de bril op van de werkgever en toetert mee dat het ­`onhoudbaar duur ` wordt. Met veelal verbaal geweld en met het verstrekken van gedoseerde informatie lijkt het verhaal van de (adviseur van de) werkgever in eerste instantie ook echt helemaal te kloppen. Zorg dat u een echte onafhankelijke adviseur krijgt die de noden van de OR werkelijk goed kent en begrijpt.

 

Meestal gaan pensioenversoberingen er dus niet over dat er geen geld is voor een pensioenregeling die tegenvalt, maar uiteindelijk om het verschuiven van geld van loon en uitgesteld loon naar aandeelhouders.

 

Het Pensioenakkoord en de Wet Toekomst Pensioen bieden kansen om inzicht te krijgen in de hoogte van de pensioenen die de afgelopen jaren uitgehold zijn en de vraag kan dan ook gesteld worden of dit pensioenniveau ook gewenst is.