Kernelementen

complexiteitComplexiteit wordt vooral bepaald doordat het effect van een oorzaakgevolgrelatie pas na verloop van tijd duidelijk wordt of wanneer sprake is van onvoorspelbare en niet-causale relaties tussen de samenhangende elementen in een systeem.

In de complexiteitstheorie komen de volgende kernelementen voor: intensieve interactie tussen betrokkenen, interactie is dynamisch: intensiteit, frequentie en kwaliteit veranderen continu, interactie- en relatienetwerk: verbinding binnen/buiten, onvoorspelbaarheid: interactie is soms stabiel maar kan heel snel veranderen, onbeheersbaarheid: emergente interactiepatronen, belang van verleden en toekomst: zijn met elkaar (dynamisch) verbonden, ontwikkeling: dynamische stabiliteit, toeval: beperkt door patronen die beperkingen met zich mee brengen.

Complex adaptief systeem

Van complexe adaptieve systemen is sprake, wanneer de verschillende delen in een systeem met elkaar interacteren en een systeem in zijn geheel emergentie vertoont . In een complex adaptief systeem staat zelforganisatie centraal. Het proces van zelforganisatie draagt eraan bij dat een systeem in staat is om zichzelf weer (tijdelijk) in balans te brengen, waardoor er ruimte kan ontstaan om te leren.

Complexiteit gaat in essentie om de interactie tussen onderdelen (subsystemen). Levensvatbaar zijn gaat verder dan iets goed doen; het gaat om het vermogen om te veranderen: zichzelf, de activiteiten, de organisatievorm, de identiteit en de omgeving waarin wordt geopereerd. Levensvatbaar zijn betekent dus dat een systeem adaptief kan reageren, responsief kan optreden, in staat is te leren en zichzelf kan regelen.

Big Picture

Bij complexiteit gaat het er om dat het resultaat van een systeem alleen te herleiden is naar het systeem als geheel, en niet naar de afzonderlijke onderdelen in het systeem. Om complexe systemen te bestuderen is een holistische benadering noodzakelijk (zien van je Big Picture).

De meeste hedendaagse organisaties kunnen worden gezien als complexe adaptieve systemen. Een belangrijk kenmerk van deze systemen is zich continu weet aan te passen aan zijn omgeving. ingegaan op de wijze waarop deze vraagstukken zich onderscheiden van andere typen vraagstukken. Binnen een systeem is het realiseren van balans van groot belang – daarom wordt steeds gestreefd naar evenwicht.

Omgaan met onvoorspelbaarheid

Complexiteit vraagt om een andere aanpak en anders kijken, voorbij bestaande opvattingen en denkwijzen. Omgaan met onvoorspelbaarheid en het verdragen van onzekerheid is een belangrijke eigenschap om met complexiteit om te gaan. Complexiteit vraagt om experimenteren en bijstellen

Literatuur

Senge, P. (1992). De vijfde discipline: De kunst en praktijk van een lerende organisatie. Scriptum

Woldendorp, H. en A. Jeninga. (2018). Organisaties ontwarren. Systemisch kijken, denken en doen binnen de gezondheidszorg. Amsterdam: SWP

Woldendorp, H., H. de Groot, T. Woldendorp en C. Boven. (2022). Zie je Big Picture. Transformeer succesvol! Amsterdam: SWP