Rechterlijke uitspraak inzake wijziging pensioenregeling: werkgever vraagt en krijgt instemming van de Ondernemingsraad, maar wil gemaakte afspraken niet uitvoeren. Ondernemingsraad verklaart het besluit nietig en krijgt gelijk van de rechter

Op 30 januari 2023 stonden de Ondernemingsraad en hun werkgever met hun advocaten tegenover elkaar bij de Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2023:660). De Ondernemingsraad heeft het besluit van de werkgever om de verandering van de arbeidsvoorwaarde pensioen nietig verklaard (WOR Art. 27 lid 5) en de werkgever was het daar niet mee eens.

 

Wat speelde er?

De werkgever heeft een instemmingsverzoek (WOR Art 27 lid 1 sub a) gevraagd aan de Ondernemingsraad wijziging pensioenregeling. De middelloonregeling wordt vervangen door een premieregeling met een leeftijdsafhankelijke premiestaffel rekening houdend met een ingerekend rendement van 2% (uitgangspunt 2% staffel: bij constant 2% netto rendement wordt een maximaal middelloonpensioen bereikt). De Ondernemingsraad stemt in met als aanvullende voorwaarde dat werknemers die erop achteruitgaan gecompenseerd moeten worden. Afgesproken is dat de berekeningen voor de vergelijking van de pensioenuitkomsten op basis van het 25-ste percentiel worden gemaakt.
 

Uitleg 25-ste percentiel bij wijziging pensioenregeling:

Als een werkgever de arbeidsvoorwaarde pensioen wil veranderen moet die instemming van de ondernemingsraad en van de werknemers hebben. De werkgever is verplicht om begrijpelijke, juiste en volledige informatie te geven. Hiertoe wordt een berekening gemaakt waarbij het pensioen bij ongewijzigde voortzetting van de huidige regeling wordt vergeleken met het verwachte pensioen in de voorgestelde pensioenregeling.

Voor de berekening zijn uitgangspunten nodig die in de toekomst liggen en dus onbekend zijn.

Adviseurs maken een berekening waarbij enkele (tien)duizenden economische scenario’s worden doorgerekend (salarisontwikkeling, inflatie, rendementen) en zo krijg je per medewerker ook enkele (tien)duizenden mogelijke uitkomsten. Van heel  optimistisch(alles zit mee de komende 60/70 jaar) tot heel pessimistisch (en hele lage verwachte uitkomsten). Deze Ondernemingsraad heeft dus afgesproken dat 25% van de mogelijke uitkomsten lager mogen zijn dan wat als redelijk is overeengekomen. Als het verwachte pensioen in de voorgestelde pensioenregeling lager is dan de verwachte pensioenen in de huidige pensioenregeling moet het verschil gecompenseerd worden.

 

Nadat dit overeengekomen is heeft de werkgever in een (veel) later stadium aangegeven dat hij ging afwijken van de afspraak en een lager bedrag dan waarop de berekening is uitgekomen als compensatie wilde storten.

 

Hiermee ging de Ondernemingsraad niet akkoord en heeft het besluit van de werkgever om de pensioenregeling te veranderen vernietigd (WOR Art 27 lid 5).

 

Complicaties:

wijziging pensioenregelingDe werkgever voerde aan dat de Ondernemingsraad maar twee mogelijkheden heeft (instemmen of niet instemmen) en dat de Ondernemingsraad heeft ingestemd met de voorgestelde verandering van de pensioenen. De werkgever gaf ook nog aan dat de Ondernemingsraad te laat (het proces liep al een jaar en stuiten moet binnen een maand) het besluit heeft vernietigd.

 

Motivatie rechter:

Op beide punten ging de rechter niet mee: de Ondernemingsraad heeft gestuit binnen een maand nadat bekend was dat de werkgever de gemaakte afspraken niet zou uitvoeren en de instemming was onder voorwaarden en aan deze voorwaarde is niet voldaan. Zodoende is het besluit van de werkgever om de pensioenregeling te wijzigen vernietigd en kan het proces om te komen tot een nieuwe pensioenregeling plus compensatie weer opnieuw beginnen. Maar wel met meer kennis aan beide kanten.

 

Opmerking:

In dit geval heeft “instemming onder voorwaarde” goed uitgepakt voor de OR, maar uit jurisprudentie blijkt dat het muntje ook wel eens de andere kant op kan vallen.