Beleid rond eerstelijnszorg

zeggenschapDe Raad voor Volksgezondheid en Samenleving heeft in een recent rapport ‘De basis op orde. Uitgangspunten voor een toekomstgerichte eerstelijnszorg’ onder meer aangegeven dat professionals ruimte moeten hebben om het beleid rond de eerstelijnszorg te kunnen beïnvloeden.

De reden is dat terwijl de vraag naar zorg toeneemt, de capaciteit qua zorgprofessionals structureel beperkt is. Veelgenoemde redenen van zorgmedewerkers om te vertrekken zijn het gebrek aan zeggenschap, hoge werkdruk en hoge administratieve lasten. Als gevolg van deze personele ontwikkelingen is er ook in de wijkverpleging een groot tekort aan personeel, waarbij steeds meer mensen niet de thuiszorg krijgen die ze nodig hebben en te maken krijgen met veel wisselende zorgverleners. Gezien de groeiende groep thuiswonende kwetsbare mensen is dit extra zorgelijk.

Vanuit de overheid en de zorgsector zelf wordt steeds meer verwacht van de eerste lijn. Zo worden steeds meer taken naar de eerste lijn overgeheveld, komt steeds meer nazorg na opnames bij de eerste lijn terecht en wordt verwacht dat de eerste lijn meer afstemt en samenwerkt met het sociaal domein. De eerste lijn heeft ook last van onnodige of ongepaste verzoeken en taken die op hun bordje terecht komen.

Positionering van professionals

Vanuit samenlevingsperspectief vragen maatschappelijke ontwikkelingen ook om eerstelijnszorgverleners die hun positie in de gezondheidszorg meer wijkgericht opvatten en daarbij samenwerken binnen de eerstelijnszorg, met andere sectoren van de zorg (o.a. publieke gezondheidszorg) en met het sociaal domein.

Taakherschikking kan een oplossing zijn voor arbeidsmarktkrapte en knelpunten in de organisatie van zorg. Steeds verder doorgevoerde taakdifferentiatie en specialisering binnen de van oorsprong generalistische beroepsgroepen hebben echter ook keerzijden, die de waarden integraliteit (holistische blik), persoonsgerichtheid, samenhang en wijk-/populatiegerichtheid onder druk zetten. Zo is er als gevolg van taak- en functiedifferentiatie en hiermee gepaard gaande specialisatie op organisatie- en sectorniveau een tekort aan generalistisch werkende professionals aan het ontstaan,  terwijl dit juist een onderscheidend kenmerk van eerstelijnszorg is.

Van financiële beheersing naar waardegedreven zorg

Het (overheids)beleid rondom eerstelijnszorg en de bekostiging en inkoop van eerstelijnszorg door zorgverzekeraars zijn veelal niet gericht op het optimaliseren van deze grote maatschappelijke waarde, maar op efficiënte productie en financiële beheersing van veelal specifieke onderdelen van de eerstelijnszorg zelf.

Door het optimaal tot uitvoer kunnen brengen van de essentiële waarden en functies van eerstelijnszorg centraal te stellen, in plaats van vooral te sturen en in te kopen op efficiënte productie en beperking van schadelast, kan dit potentieel beter tot zijn recht komen. Maatschappelijke ontwikkelingen als personele schaarste en een toename van complexe en multiproblematiek maken deze verschuiving naar meer beïnvloedingsmogelijkheden van professionals extra urgent.

Professionele inbreng

In de Governancecode Zorg wordt het belang van ‘advisering en beïnvloeding door professionals’ expliciet genoemd. Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg stelt dat elke zorgorganisatie professionele inbreng in het aansturen van de organisatie borgt door opname van een professional in de Raad van Bestuur, dan wel dat er structureel overleg plaatsvindt tussen de Raad van Bestuur en vertegenwoordigers van de professionals in de organisatie.

Daarnaast vereist het kwaliteitskader dat de Raad van Bestuur de oprichting van een Verpleegkundige/Verzorgende Adviesraad (VAR) dan wel een Professionele Adviesraad (PAR) in de organisatie stimuleert. Genoemde vereisten zijn gericht op het betrekken van professionals (in brede zin) en het benutten van hun kennis en ervaringen bij de koers van de organisatie en de verbetering van de kwaliteit van de zorg.

Erkenning van professionaliteit

Het gaat om de erkenning van de professionaliteit van eerstelijnszorgverleners en ondersteuners. De toenemende personele schaarste in en rondom de eerstelijnszorg is problematisch en maakt dat het behoud van zorgverleners en het werkplezier hoog op de agenda moeten staan. Daarom is het belangrijk dat zorgverleners en ondersteuners tijd en ruimte hebben om zodanig te handelen dat zij hun waarden en functies goed tot uitvoer kunnen brengen. Richt het zorgsysteem zo in dat zij zo min mogelijk gehinderd worden door administratieve lasten en verantwoordingseisen vanuit zorgverzekeraars, zorgkantoren en overheidsorganen.

De RVS constateert dat het gaat om het oog hebben voor de zorgen en wensen van eerstelijnszorgverleners en ze te betrekken bij een visie op professionaliteit. Daarnaast gaat het om het hebben van invloed en medezeggenschap bij beleidskeuzes. Dit moet terugkomen in contracteringsprocessen, beleid en verantwoording.

Literatuur

RVS.(2023).  De basis op orde. Uitgangspunten voor een toekomstgerichte eerstelijnszorg.

Jeninga, A. en H. Woldendorp. (2023). Toezichthouden in de 21e eeuw. Vertrouwen als basis voor goede governance. Amsterdam: SWP

Peppel, R., H. Woldendorp, M. Veenvliet en A. Jeninga (2023). Het huis van de professionele zeggenschap. De route naar verpleegkundig leiderschap. Amsterdam: SWP 2023