nieuwe pensioenregelingInvoering van een nieuwe pensioenregeling wordt te vaak aangegrepen als argument voor onterechte kostenbesparing. Afgelopen weken was er discussie op sociale media over een opmerking van een pensioenadviseur (voor werkgevers) die constateerde dat pensioenpremies, vooruitlopend op de invoering van de Wet toekomst pensioenen, nu al worden verlaagd.

Dit verbaasde ons in eerste instantie zeer omdat bij de invoering van de Wtp duidelijk was afgesproken door werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers dat de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel NIET mocht worden aangegrepen om de pensioenen te versoberen en de pensioenlasten te verlagen. En minder premie betalen betekent toch dat er een grotere kans is dat de werknemers er in pensioen t.z.t. op achteruit gaan. Maar onder het mom van ‘een eerdere wijziging van de pensioenregeling valt niet onder de redenen van invoering van de Wtp’ proberen de werkgevers met deze versobering toch weg te komen.

 

Gelijk premiepercentage voor alle werknemers

Alle pensioenregelingen moeten vanwege de invoering van nieuwe pensioenwetgeving worden veranderd en het uitgangspunt wordt een voor alle werknemers gelijk premiepercentage (vlakke of leeftijdsonafhankelijke premie).

Bij oude pensioenregelingen stijgen de kosten van het pensioen met  het  naderen van de pensioenleeftijd. Logisch, de pensioenbeleggingen  leveren jaarlijks minder rendement op bij het naderen van de  pensioendatum en de kans om levend de pensioendatum te bereiken  neemt toe, dus stijgen de kosten.
De hoogte van een vlakke of leeftijdsonafhankelijke premie zal ergens tussen de premie van de jongste deelnemer en de oudste deelnemer in moeten liggen om een vergelijkbaar pensioen te bereiken.
Als je een voor alle werknemers gelijke premie wil, dan betekent dit dat jongeren bij aanvang meer premie gaan ontvangen en ouderen wat minder en de ouderen  dus om compensatie zullen vragen (als het goed is).
Conclusie: Of de pensioenlasten zullen door de compensatieregeling tijdelijk stijgen of de pensioenen worden bij ongewijzigde pensioenlasten versoberd.
 

 

Pensioenadviseur van werkgevers versus pensioenadviseur die door een ondernemingsraad is ingehuurd

Wij constateren dat diverse pensioenadviseurs van werkgevers het minder erg vinden dat pensioenkosten worden verlaagd en hierdoor pensioenen worden versoberd, dan de pensioenadviseur die door een ondernemingsraad is ingehuurd. Ook dit is niet onlogisch. Het met argumenten tegenwicht bieden aan de wens van veel werkgevers om meer winst te halen, ook ten koste van de pensioenen van werknemers, is een van de onderdelen van onze werkzaamheden.

Wij worden hierin gesterkt door de meeste ondernemingsraden die van mening zijn dat werknemers niet de dupe mogen worden van pensioenveranderingen en het feit dat (de pensioenadviseur van) de werkgever volledige en voor werknemers duidelijk te begrijpen informatie moet geven aan die werknemers aan wie gevraagd wordt om de pensioenregeling te veranderen.

Instemmen met een pensioenversobering hoort in onze ogen uitzondering te zijn (ondernemingsraden en werknemers willen natuurlijk niet dat de werkgever omvalt, maar als dit aan de orde is dan moet dit ook goed toegelicht worden) en in onze adviespraktijk trekken werkgever en ondernemingsraad bij voorkeur samen op en vindt communicatie aan de medewerkers, en dus ook de vraag om het pensioen te versoberen, na overleg plaats. Het moet immers duidelijk voor de werknemers zijn waarvoor zij uiteindelijk tekenen.

 

Ons advies aan ondernemingsraden is dus: neem je eigen voor ondernemingsraden gespecialiseerde pensioenadviseur mee. Je hebt hier recht op, de werkgever heeft ook een eigen adviseur en de gevolgen van pensioenverandering zijn best complex. Het gaat om het inkomen van jou en je collega’s.

 

Zorgen over mogelijke pensioenversobering

Na geconstateerd te hebben dat voor de bestaande medewerkers de communicatie dusdanig moet zijn (anders kunnen werknemers, ex-werknemers en gepensioneerden hierop terugkomen) dat zij instemmen met een pensioenverandering, dat zij de consequenties hiervan begrijpen en dus eventueel instemmen met een pensioenversobering, maken wij ons ook sterk bezorgd over op handen zijnde mogelijke pensioenversobering door de verplichte aanpassing van alle pensioenregelingen voor werknemers die na 1 januari 2028 in dienst treden.

 

Veel (pensioenadviseurs van) werkgevers komen met voorstellen om het pensioen voor nieuwe werknemers maar wat soberder te maken. Argumenten als “een onzekere economische situatie”, “winst die onder druk kan komen te staan”, “eigen verantwoordelijkheid”, “internationaal”,  “benchmark” etc. zien wij nu ook al langs komen.

 

Wij bieden ondernemingsraden (en werkgevers) aan om eens een berekening te maken van de vervangingsratio (dit is het verwachte pensioeninkomen inclusief Aow afgezet tegen het verwachte inkomen vlak voor pensionering) en dan de vraag te stellen hoeveel mogen onze werknemers erop achteruitgaan? Is dit niets, of 10% of 20% of 50% of meer? Wat willen we eigenlijk en wat kost het om een pensioen dat bij ons past te financieren? En valt de uiteindelijke keuze nog wel onder ‘goed werkgeverschap’?

Antwoorden op deze vragen geven vaak opmerkelijke conclusies.

 

November 2023,

Gerard van der Toolen

Léon Zijlmans