Veranderen is messy

verandermodellenEén van de bekendste verandermodellen is Lewin’s ‘unfreeze-change-refreeze’. We gebruiken vaak modellen die populair zijn. Maar kloppen ze ook? Veranderen is echter niet lineair maar meestal nogal ‘messy’. Weerstand is vaak geen tegenstand maar een logische reactie op slechte communicatie. Persoonlijkheidstests blijken beperkte voorspellende waarde te hebben. Een gevoel van urgentie draagt misschien bij aan het starten van veranderingen maar kan ook leiden tot stress en daarmee weerstand.

Angst activeert overleving, geen vernieuwing. Intrinsieke motivatie activeert eigenaarschap. Door urgentie te vervangen door betekenisvolle betrokkenheid, bouw je aan verandering die gedragen wordt.

Veranderingen verlopen niet in nette stappen, maar eerder als een golvend, chaotisch en terugkerend proces: we accepteren iets, vallen terug, herpakken ons. Externe omstandigheden (markt, technologie, pandemie) veranderen onderweg. Interne politiek, cultuur en emoties maken het onvoorspelbaar. Verandering “volgt geen pad” maar ontstaat in de dynamiek tussen mensen, context en tijd.

Het gaat maar door

In de huidige snel veranderende organisaties is er geen stabiele eindtoestand meer: technologie verandert continu (AI), klanten, wetgeving en strategieën zijn in beweging. Medewerkers ontwikkelen zich, teams herstructureren.

Verandering is emotioneel geladen (angst, hoop, onzekerheid), relationeel (vertrouwen, leiderschap, groepsdruk) en contextgevoelig (één aanpak werkt niet overal).

Klopt het wel

Veel gebruikt wordt de leerstijltheorie: iedereen heeft een voorkeursleerstijl (visueel, auditief etc), en leert het best als lesmateriaal daarop wordt afgestemd. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat mensen beter leren wanneer instructie wordt aangepast aan hun leerstijl. Er is wel bewijs dat de aard van het leerdoel bepaalt hoe je het beste kunt leren (bv. motorisch leren = doen, taalbegrip = lezen/luisteren). De meeste mensen gebruiken overigens meerdere leerkanalen tegelijk, ongeacht voorkeur.

Interventies die verder wel bijdragen zijn actief leren (doe iets met de aangeleverde informatie), verspreid herhalen (betere langetermijngeheugen), ophalen van kennis (via bijv. quizvragen), feedback met directe toepassing (feedback volgt snel op gedrag is concreet en zet aan tot verbetering) en een multi-modale aanpak (variatie helpt).

LIAR

Verstandiger is te werken met het LIAR model:

  • Logica: Is het idee logisch consistent?
  • Intuïtie: Vertrouw niet alleen op gevoel; zoek bewijs.
  • Autoriteit: Welke experts ondersteunen dit idee?
  • Research: Wat zegt de wetenschappelijke literatuur?

Dit model moedigt aan tot een systematische evaluatie van veranderideeën.

Literatuur

Gibbons, P en T. Kennedy. (2023). Change myths. The professional’s guide to separating sense from nonsense. Phronesis Media
Woldendorp, H., H. de Groot, T. Woldendorp, en C. Boven. (2022). Zie je Big Picture. Transformeer succesvol! SWP