In het verlengde van het hiervoor gepubliceerde artikel over het touwtrekking tussen inflatie en deflatie besteden wij nu aandacht aan de meer praktische kanten van het verhaal.

In hoeverre is de ondernemer/belegger in staat zich in te stellen op langere periodes van inflatie of deflatie? Welke maatregelen kunnen binnen de onderneming getroffen worden tegen de gevolgen van excessieve inflatie/deflatie?

Economen zijn het er over eens dat een inflatiepercentage van ongeveer 2% goed is voor de economie. In geval van deflatie wordt eerder gesproken over goede en slechte deflatie en niet zozeer over een bepaald percentage.

Zo beschouwt men deflatie die voortkomt uit hogere productiviteit, bijvoorbeeld als gevolg van de toepassing van nieuwe technologiën, als goede deflatie, terwijl deflatie die ontstaat door vraaguitval als schadelijk wordt ondervonden.

Lage inflatie en goede deflatie stellen geen bijzondere eisen aan het ondernemerschap, hoge inflatie en slechte deflatie des te meer.

  1. Ondernemen bij hoge inflatie
    Sterk stijgende prijzen aan de inkoopkant zetten marges onder druk als de ondernemer niet in staat is deze kostenverzwaring aan de klant door te berekenen. In de regel zal de ondernemer dat niet kunnen indien de vraag elastisch is en zijn concurrentiepositie zwak.

    Creatief zoeken naar alternatieven, verhoging van de productiviteit en verbetering van de service is dan de enige uitweg.

    Het voornaamste bestrijdingsmiddel tegen inflatie dat de centrale bank tot haar beschikking heeft is renteverhoging. Alhoewel de bank de formele beslissing daartoe neemt, is de markt haar meestal voor en stijgt de rente ter compensatie van de geldontwaarding.

    Ondernemers die met grote kredieten werken kunnen zich op tijd indekken door langlopende kredietovereenkomsten te sluiten, waarbij de actuele lage rente vastgelegd wordt.

    Een ander probleem bestaat aan de valutakant. Inflatie loopt meestal parallel met economische expansie, die de vraag naar grondstoffen doet toenemen. Veel grondstoffen komen uit landen als Canada, Australië en Zuid-Afrika, wiens valuta door de verhoogde vraag onder opwaartse druk staat.

    Dat betekent een dubbele dreun: stijgende grondstofprijzen gekoppeld aan oplopende wisselkoersen. Tegen beide risico´s kan de ondernemer zich via hedging indekken (uiteraard niet kostenloos).

  2. Ondernemen bij deflatie
    De deflatoire depressie in de US van de dertiger jaren heeft één ding bijzonder duidelijk gemaakt: "Cash is King". Het compleet imploderen van het bank- en kredietsysteem deed de vraag naar kontant geld enorm toenemen.

    Een ondernemer die een periode van stevige deflatie voorziet, zal in ieder geval zijn schulden zoveel mogelijk willen afbouwen en zijn liquiditeitspositie gelijktijdig willen verbeteren.

    Expansieplannen gaan voorlopig in de ijskast totdat de markten zich weer stabiliseren en er een duidelijk toekomstperspectief ontstaat.

    In zulke tijden steekt ook het fenomeen "barter", dwz ruilhandel, zijn kop weer op.

    Een onderneming die onroerend goed in eigendom heeft zou verkoop en terugleasen ervan zeer sterk kunnen overwegen.

  3. Vermogensbeheer bij inflatie
    Een onderneming die overtollige kasgelden en pensioengelden in eigen beheer belegt, heeft verschillende manieren tot haar beschikking om zich in te dekken tegen de gevolgen van sterke inflatie.

    Beleggen in onroerend goed, gefinancierd met een flinke hypotheek waarvan men het rentepercentage voor langere tijd vastlegt, kan een goede zet zijn. Daarbij is het tijdstip van aanschaf natuurlijk belangrijk. In welke fase van de onroerend goedcyclus zit men?

    Beleggen in obligaties kan weer niet zo´n goed idee zijn. Inflatiebestrijding middels renteverhogingen zet namelijk de obligatiemarkt onder druk. Bij beleggingen in aandelen is het verstandig te kiezen voor bedrijven met een sterke marktpositie die de prijsverhogingen kunnen doorberekenen.

    Zelfs kan worden overwogen, zoals het ABP heeft gedaan, een klein percentage van het vermogen in goud&zilver te beleggen.

  4. Vermogensbeheer bij deflatie
    Uitgaande van het "cash is king" adagium is geduldig afwachten een goede strategie, hetgeen betekent dat de vrijgekomen gelden waarschijnlijk het best in veilige kortlopende staatsobligaties belegd kunnen worden tot de koopjes voorbijkomen.

    Speculatief ingestelde beleggers kunnen bijvoorbeeld inzetten op de val van valutas van grondstoffenproducerende landen.

Er is waarschijnlijk geen enkele opstartende ondernemer te vinden die zich zorgen maakt over eventuele recessies, periodes van inflatie of deflatie, politieke ontwikkelingen, macro-economische trendverschuivingen ect..

Ook de al gevestigde ondernemer heeft het vaak veel te druk om zich in dat soort zaken te verdiepen. Toch kan het vaak een kwestie van overleven zijn.

Belangrijke investeringsbeslissingen met daaraan gekoppelde financieringen kunnen weleens een zeer beroerde timing hebben. Afgezien daarvan kan de ondernemer natuurlijk altijd werken aan verbeteringen in productiviteit, kwaliteit en service en ervoor zorgen dat de onderneming lichtvoetig blijft en snel kan inspelen op marktveranderingen.