Griekenland bezorgt de beleidsbepalers van Europa en het IMF weer vele hoofdbrekens. Er moet een oplossing gevonden worden voor de hopeloze liquiditeitspositie van de Grieken. De hamvraag daarbij is hoe een land zo pijnloos mogelijk van een onbetaalbare staatsschuld kan afkomen.

  1. Marktconsensus lijkt rekening te houden met een herstructurering van de schulden, waarbij beide partijen offers brengen.
  2. Zou men dit aan het Griekse volk vragen, dan zou waarschijnlijk gekozen worden voor de IJslandse oplossing; niet betalen.
  3. De Amerikanen lijken in hun eigen situatie te kiezen voor het geleidelijk uithollen van de schulden middels inflatie, opgewekt door geld drukken.
  4. Nog meer geld lenen in combinatie met bezuinigingen en hopen op een wonder; de Europese oplossing.

Deze laatste oplossing koopt in ieder geval weer tijd, maar de inzetten lopen wel steeds verder op.
Met het voortbestaan van de euro in zijn huidige vorm in de waagschaal, dient iedere beslissing echter op een weegschaaltje gelegd te worden.
Voor het schuldenprobleem van de zwakke Eurolanden bestaat namelijk geen makkelijke oplossing en zeker niet voor de allerzwakste broeder onder hen: Griekenland.

De achtergronden:

Het politieke en financiële leiderschap van Europa probeert zijn werk te doen binnen het raamwerk van een aantal verdragen, dat onvoldoende rekening heeft gehouden met een crisis zoals die zich nu voordoet.

Fiscale overdracht van het ene EU land naar het andere is niet mogelijk, in ieder geval niet rechtstreeks. Via een achterdeur gebeurt het in de praktijk echter wel en dat werkt ongeveer als volgt:

Er is een Europees Stelsel van Centrale Banken in het leven geroepen, bestaande uit de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken van alle 27 lidstaten. De equivalent voor de 17 eurolanden is het Eurosysteem.

Via dit systeem wordt de broek opgehouden van banken die in de problemen geraakt zijn. Indien een nationale centrale bank niet in staat is het eigen bankwezen overeind te houden, dan stappen de ECB en andere nationale centrale banken in.

Dit heeft ertoe geleid dat de netto vordering van de Nederlandse Centrale Bank (NCB) op de centrale banken van Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje, de zogenaamde PIIGS, inmiddels is opgelopen tot € 40,5 miljard. ( zo hebben Duitsland, Luxemburg en Finland respectievelijk € 325, € 68 en € 20 miljard te vorderen)

De ECB zelf zit nog met ongeveer € 300 miljard aan staatsleningen van de PIIGS landen opgescheept.

Tenslotte hebben de gezamenlijke Europese banken en overige financiële instellingen uit de private sector, zoals verzekeringsbedrijven en pensioenfondsen, totaal meer dan € 2 triljard te vorderen op de PIIGS.

De totale omvang van het schuldenprobleem van de PIIGS komt daarmee boven € 2,5 triljard.

Dat raakt ook direct de kern van het probleem en de zorg van vooral de gezonde landen: het vredige voortbestaan van het Europese bankwezen.
Zolang de PIIGS rente en aflossingen kunnen voldoen is er niets aan de hand.(denk aan de geruststellende woorden van Jan Kees de Jager ) Nu dat, op zijn zachtst gezegd, twijfelachtig is geworden, dreigt de facto een fiscale overdracht, waardoor de belastingbetalers opdraaien voor de schulden van de failliete banken en landen.

Dat moment is, in het geval Griekenland, inmiddels aangebroken. Tegen alle beter weten in is afgelopen vrijdag besloten de hulp te hervatten.
Gezien de onhoudbare positie waarin Griekenland zich bevindt, zou het toch voor alle betrokkenen duidelijk moeten zijn, dat terugbetaling van de schulden volstrekt ondenkbaar is.

Waarom heeft men dan toch besloten een land, dat duidelijk al bezweken is onder de bestaande schuldenlast, op te zadelen met nog meer schulden en een draconisch bezuinigingsbeleid?
Veel meer voor de hand liggend zou het geweest zijn te kiezen voor herstructurering van de schulden, eveneens in combinatie met bezuinigingen en structurele hervormingen.

Uit de voor iedereen beschikbare informatie over Griekenland kan men het volgende overzicht distilleren:

  1. de staatsschuld loopt door de aanhoudende begrotingstekorten hard op en de grens van 150% van het BNP is al gepasseerd
  2. de kredietwaardigheid is weer verder afgewaardeerd en is gelijk aan die van Cuba ( iets waardoor de Cubanen zich waarschijnlijk beledigd voelen)
  3. de rente op 2-jarige Griekse staatsobligaties bedraagt inmiddels 25%, waardoor externe financiering van de schulden uitgesloten is
  4. de laatste berekeningen wijzen op een aanvullende kapitaalbehoefte van € 30 miljard voor zowel 2012 als 2013
  5. de economie is hopeloos onproductief:
    • 1 miljoen ambtenaren waar er maar 500.000 nodig zijn
    • veel te lage pensioengerechtigde leeftijd
    • arbeidsmoraal is laag
    • vakbonden zijn nog te machtig
    • corruptie en nepotisme is wijd verspreid
    • de economie rust voornamelijk op toerisme en scheepvaart
  6. 40% van de economie is "grijs" en de belastingheffing van het "witte" deel is problematisch
  7. de toenemende kapitaalvlucht van Griekse depositohouders
  8. in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Ieren, is er onder de Griekse bevolking weinig bereidheid te bespeuren tot het brengen van offers
  9. de verlangde privatisering van overheidsbelangen is niet realistisch en zal stuiten op hevig verzet van de vakbonden en druist in veel gevallen in tegen sterke gevoelens van nationale trots.
    De geschiedkundige Thucydides ( 460 BC ) beschouwde de haven van Piraeus als het hart van de Atheense democratie en diezelfde haven zou dan nu bijvoorbeeld in de handen van een Duits bedrijf kunnen vallen. ( Nb. een Griekse parlementariër beschuldigde enkele maanden geleden de Duitsers al van goudroof in WO II )
  10. hetzelfde geldt voor de "hulp" bij het innen van de belastingen ( de tiende penning van Alva leidde tot de 80-jarige oorlog!)

Primaire conclusie:
Dit alles overziend, kan men zich niet aan de indruk onttrekken, dat er waarschijnlijk nog veel meer aan de hand is. Met name de precaire situatie waarin de overheidsfinanciën van de overige PIGGS landen zich bevinden en de angst dat het verlies in het vertrouwen in Griekenland overslaat, verklaart waarschijnlijk de op voorhand gedoemde "redding" van Griekenland.

Zo werd gisteren nog bekendgemaakt door de nieuwe regering van de provincie Castilla de la Mancha ( Spanje ) dat de 70.000 overheidsambtenaren deze maand niet betaald konden worden wegens de hopeloze positie waarin de schatkist zich bevindt.
Er is trouwens in geheel Spanje geen gemeente te vinden zonder een enorme schuld aan de centrale overheid wegens onder meer het niet afdragen van sociale verzekeringspremies. Hoogstwaarschijnlijk heeft de centrale regering die vorderingen, onterecht, voor 100% in de boeken staan.

Secondaire conclusie:
Een andere mogelijkheid is, dat bestuurders zich hier weer eens schuldig hebben gemaakt aan bovenmatig vertrouwen in eigen kunnen, vooral als het gaat om het beheersen van de financiële toekomst.
Dat (onterechte) zelfvertrouwen is door de jaren heen onwankelbaar gebleven, ondanks de regelmatig voorkomende ontsporingen van de markten.
Ook de zeldzame gevallen, waarin machthebbers toegeven dat ze fout zaten, zoals FED president Greenspan in 2008 ten aanzien van de uit de hand gelopen hypotheekmarkt, schijnen hierop geen invloed te hebben.

Het vertrouwen de financiële markten te kunnen manipuleren is nog moeilijker te begrijpen als men bedenkt dat de totale waarde van de aandelen- en obligatiemarkten wereldwijd bijna € 100 triljard bedraagt, waarboven nog eens € 400 triljard aan derivaten hangen. Hoe kan men nu denken, dat zulke enorme markten blijvend beïnvloed kunnen worden?

In het geval Griekenland geven marktpartijen aan, door extreem hoge rente te vragen, dat men de kans op terugbetaling zeer klein acht. Desalniettemin negeren de Europese bewindvoerders en het IMF de markt door de schulden van Griekenland nog eens te verhogen, kennelijk ervan overtuigd dat de Grieken zich uit de nesten kunnen werken.

De arrogantie van de Europese beleidsmakers kan in het onderhavige geval nog eens extra schadelijk zijn, als mensen zich realiseren dat de totstandkoming van de euro ondemocratisch was en dat de consequenties van de eurocrisis wel eens zeer kostbaar kunnen uitvallen.
Het weer voorzichtig opkomende nationalisme zou dan makkelijk in een stroomversnelling kunnen komen en in dat licht bezien zijn de voorstellen van ECB voorzitter Trichet om een vetorecht in te voeren inzake nationale beleidsvoorstellen, hopeloos prematuur en gespeend van realiteitszin.

Al met al doet het moeizame geklungel van de Europese beleidsmakers sterk denken aan de rond rennende circusartiest, die de bordjes draaiende moet zien te houden. Meestal als één bordje uiteindelijk valt, geeft de vermoeide artiest het op en volgt de rest vanzelf.

 
Categorie Financieel Advies