Op 1 januari 2018 heft Zwitserland, de bakermat van het bankgeheim, het bankgeheim op. De Zwitserse banken bezorgen dan automatisch informatie over rekeningen van Belgen, Nederlanders, … aan de Zwitserse fiscus, die de informatie automatisch zal doorspelen aan de fiscus van het thuisland. Dat gaat over de inkomsten die in de loop van 2017 werden vergaard.

Enkel een dwangmaatregel kan de bescherming geboden door het bankgeheim opheffen. Daarom is het belangrijk dat bij internationale juridische bijstand een bepaalde juridische basis het gebruik van deze dwangmaatregel voorziet. De rechtsgrond voor de internationale samenwerking bij strafrechtelijke aangelegenheden wordt gevormd door een speciaal hiertoe opgerichte wetgeving die dateert van 20 maart 1981 (La loi fédérale sur l’entraide internationale en matière pénale of afgekort l’EIMP) en door de afzonderlijk gesloten bilaterale en multilaterale akkoorden.

Principe van de dubbele beschuldiging

Tot de oprichting van deze wet verleende Zwitserland enkel juridische bijstand aan het buitenland wanneer aan het principe van de dubbele beschuldiging voldaan was. Dat betekent dat de daden strafbaar moesten zijn volgens de strafrechtelijke bepalingen in zowel het buitenland als in Zwitserland zelf. Waren de daden en feiten niet als misdrijven aanzien door de Zwitserse wetgever, dan werd er geen bijstand verleend.

Bij de oprichting van de wet van 20 maart 1981 over de internationale samenwerking heeft men dit principe laten vallen. Deze aanpassing werd in de praktijk reeds lang toegepast daar men het principe van de dubbele beschuldiging steeds ruim interpreteerde.

Om  bij internationale juridische bijstandsverlening de discretieverplichting teniet te doen, zijn echter nog steeds dwingende maatregelen vereist. Hiervoor is echter verplicht dat het voorwerp van de samenwerkingsaanvraag overeenkomt met objectieve elementen van een inbreuk die door het Zwitsers recht bestraft wordt. Indien deze overeenkomst niet bestaande is, zal Zwitserland enkel juridische bijstand verlenen zonder gegevens bekend te maken die beschermd worden door het bankgeheim. Met betrekking tot de opheffing van het bankgeheim bij internationale strafrechtelijke vervolgingen blijft het principe van de dubbele beschuldiging van kracht.

Wederzijdse rechtshulp in fiscale delicten

Zwitserland verleent uitsluitend rechtshulp bij een fiscaal delict dat wordt gezien als fiscale fraude. Volgens Zwitserse wetgeving is pas sprake van fiscale fraude, als bijvoorbeeld ook valse overeenkomsten zijn gebruikt of andere strafbare feiten zijn gepleegd. Bovendien maakt Zwitserland het voorbehoud dat de te verstrekken informatie uitsluitend mag gebruikt worden voor de strafbare feiten waarvoor de rechtshulp werd verzocht.

Tot slot

De interpretatie van de Zwitserse wetgever van wat wettelijk kan en niet kan aanvaard worden, verschilt op belangrijke punten van de interpretatie die geldt in de meest geïndustrialiseerde landen. Een van de meest in het oog springende verschilpunten vormt de fiscale ontduiking – niet te verwarren met het begrip fiscale fraude – dat volgens de Zwitserse wetgever een ‘normaal’, niet strafbaar tijdverdrijf of fenomeen is. Deze interpretatie vormt vaak het voorwerp van buitenlandse kritiek en de oorzaak van gespannen verhoudingen met andere lidstaten.

Meer info over het bankgeheim:

Verwante artikelen:

 
 

 
Categorie Financieel Advies