Hoe los je complexe vraagstukken op?
Ijsberg
Problemen gedragen zich soms als ijsbergen. Je ziet de bovenkant, maar uiteindelijk bots je er tegenop. Complexe vraagstukken vragen een eigen aanpak. Begin niet met het zoeken naar de oplossing, maar bepaal eerst wat het echte probleem nu eigenlijk is. Een goed geformuleerd probleem is de helft van de oplossing. Dus: wat gebeurt er als we de vraag op een andere manier stellen of wat zou er gebeuren als we niets doen.
Complexe vraagstukken zijn herkenbaar doordat ze onvoorspelbaar zijn en de neiging hebben de oplossing voor de één te zijn en een probleem voor de ander. Elk besluit dat je neemt raakt iets anders: cultuur, processen, mensen. Terwijl je bezig bent met oplossingen is de situatie alweer veranderd. We kunnen de oorzaak niet vinden: we weten wel wat er gebeurt, maar niet precies waarom.
Afhankelijk
Complexe vraagstukken hebben een systemisch karakter. Probeer daarom in netwerken en afhankelijkheden te denken. Omdat juist complexe vraagstukken zo moeilijk op te lossen zijn richt je niet op alles tegelijk, maar probeer je in systeemtermen hefboompunten te vinden. In complexiteit is overigens testen belangrijker dan plannen.
Het begint met begrijpen wat er is. Je verzamelt feiten, stelt hypotheses op, test ze en laat aannames los. Je stelt je bijvoorbeeld de vraag wat er feitelijk wel klopt en wat we nog niet weten. Net alle problemen zijn even belangrijk. Je maakt een inschatting welke inspanning het grootste effect zal hebben. Op basis daarvan kom je tot een aanpak wat zou kunnen zijn.
Denkfouten
Eén van de grootste obstakels bij effectief probleemoplossen zijn onze eigen denkfouten. Ze vervormen onze waarneming, onze analyses en onze beslissingen, vaak zonder dat we het doorhebben. Denkfouten zijn onder meer alleen informatie zoeken die je eigen overtuigingen bevestigen, je oordeel baseren op informatie die gemakkelijk te herinneren is, het overschatten van je eigen kennis of controle of energie blijven stoppen in iets omdat je er al zolang mee bezig bent.
Denkfouten zijn hardnekkig: ze zijn vaak onbewust, snel, en voelen intuïtief juist. Toch kun je ze wél beperken. Hoe beperk je dit soort denkfouten? Noteer je aannames voordat je een besluit neemt. Gebruik tegendenken: stel dat tegenovergestelde waar zou zijn of wat als we het helemaal niet mogen doen zoals we tot nu toe deden. Je kunt onderdelen van tegenideeën integreren in je oorspronkelijke plan.
Literatuur
Voss, Q. (2025). Problem Solving: An AI’s Guide to 100 Techniques for Finding Real Solutions Where Humans Get Stuck
Woldendorp, H., A. Jeninga en A. Eliens. (2025). Kun je me doorverbinden met…mezelf? Een reisgids voor kinderen en volwassenen. Virtuoos