Aandelenmarkten over de hele wereld zijn sinds het dieptepunt van maart 2009 gemiddeld zowat verdubbeld. Enquêtes onder professionele beleggers wijzen op een onverwoestbaar vertrouwen dat aandelenmarkten aan het eind van dit jaar hoger zullen staan dan nu. Elke terugval van de markt wordt gezien als een koopmoment.

Het voornaamste argument achter dit optimisme is niet zozeer de gezonde balansen van de multinationals, maar de overtuiging, dat de FED ( Amerikaanse Centrale Bank ) een crash als die van 2008 eenvoudigweg niet zal toestaan.

Als voorzitter van de FED heeft Bernanke in diverse interviews zelfs toe gegeven dat een belangrijk onderdeel van zijn strategie bestaat uit het stimuleren van de aandelenmarkten.

Een hoge aandelenmarkt heeft namelijk enerzijds een positief effect op het consumentenvertrouwen en geeft anderzijds banken en andere financiële instellingen, zoals pensioenfondsen en verzekeraars, beter uitziende balansen.

Met zo'n openlijke ondersteuning van de kant van de FED, waardoor ook vele onvermoede beleggers in de markt zijn gelokt, ziet men kennelijk geen grote risico's.

Deze ogenschijnlijke zelfgenoegzaamheid onder beleggers doet sterk denken aan het hoogtepunt van de dot.com bubbel van 2000 en de vastgoed bubbel van 2007. De nu gebruikte hefbomen ( kredieten) zijn zelfs groter, hetgeen een sprint naar de uitgang bij onheil alleen maar dramatischer zal maken.

Uit welke hoek zou een dergelijk onheil kunnen komen?

  • Europa
    De schuldencrisis binnen Europa is zich, na een jaartje van bedrieglijke rust, weer aan het verdiepen.
    1. De markten hebben Griekenland definitief de wacht aangezegd. De rente op 10-jarige Griekse staatsobligaties is inmiddels gestegen tot 25%, waardoor in de praktijk de kapitaalmarkt voor Griekenland gesloten is. De vraag is hoe lang het IMF en Europa de Grieken zullen blijven steunen. De Grieken zelf zijn in ieder geval onderling zodanig verdeeld over de implementatie van besparingsmaatregelen en hervormingen, dat zij daarmee onherroepelijk het onheil over zichzelf afroepen.
    2. Stakingen en protestacties in Spanje, Portugal, Ierland en Italië worden vooral door oppositiepartijen gebruikt om zich nadrukkelijk af te zetten tegen noodzakelijke besparingen. Dit wordt op zijn beurt weer opgepikt door de kredietbeoordelaars, die vervolgens de kredietwaardigheid van die landen weer verder afwaardeert.
    3. België en Italië zijn beiden opgezadeld met een "negatief vooruitzicht" ten aanzien van hun kredietwaardigheid. Hier is niet zozeer het begrotingstekort het probleem, maar de mogelijkheid de enorme schulden uit het verleden te saneren.
    4. Deense en Oostenrijkse banken hebben recentelijk hun kredietwaardigheid afgewaardeerd zien worden. Dat hangt weer samen met hun twijfelachtige vorderingen op Oost-Europeanen.
  • China
    De volgende typering deed kortgeleden zijn rondgang op het internet:
    "China is an infrastructure Ponzi Scheme, a massive hot money real estate bubble an a suppressed dissent powder keg all rolled into one".

    In lijn met deze typering is het volgende interview met Jim Chanos, de hedge fund manager die destijds het debacle Enron aan het rollen bracht: "I might not be bearish enough on China".
    In dit interview meldt hij dat zijn onderzoeksteam met nieuwe bewijzen over de enorme onbalans binnen de Chinese economie uit China is teruggekeerd.

    Anderen vergelijken het China van nu met het Amerika van de jaren 20 en het Japan van de tachtiger jaren. Gewezen wordt onder meer op:

    • de massale ongelijkheid in rijkdom, inkomen en educatie.
    • de snelle industrialisatie en verplaatsing van de bevolking
    • de ondoorzichtige en misleidende economische en financiële gegevens
    • de massale hefboomopbouw van de opkomende klasse
    • de bubbels in vastgoed en infrastructuur
    • de supersnelle ongecontroleerde kredietexpansie
    • de versnellende loon/prijsspiraal en

    Ook de bekende econoom Nouriel Roubini doet een duit uit het zakje door te wijzen op de onmogelijkheid de investeringen in vaste activa te handhaven op het huidige niveau. De onvermijdelijke afbouw zal volgens hem leiden tot een scherpe groeivertraging.

    De discussie gaat niet zozeer of er een ommekeer in het economische succesverhaal zal komen, maar meer over het tijdstip waarop dat zal plaatsvinden.
    Gevreesd wordt bovendien, dat de autoriteiten de controle over de economie kwijt zijn gezien de hoog oplopende inflatie.

  • Japan
    De laatste kwartaalcijfers over de Japanse economie laten een krimp op jaarbasis zien van 3,7%. Commentatoren wijzen er terecht op dat de ramp hieraan debet is.
    Tevens wijzen zij erop dat de noodzakelijke herstelwerkzaamheden voor een sterke impuls zullen zorgen en dat voor het vierde kwartaal en daarna alweer gerekend kan worden op herstel van de groei.

    Het idee echter, dat een land een dergelijke enorme ramp in korte tijd weer te boven kan komen, houdt alleen rekening met de kortetermijneffecten en berust op de "Gebroken raam dwaling".
    Japan zal het voor de wederopbouw benodigde geld moeten lenen, waardoor de reeds onhoudbare staatsschuld nog verder oploopt.
    Zolang de Japanse overheid de staatsobligaties in eigen land kan slijten tegen een magere 1% rente, is er niets aan de hand. Door de vergrijzing beginnen de grootste afnemers, de pensioenfondsen, nu echter verkopers te worden.

    De vraag is dus of de internationale kapitaalmarkt enthousiast de rol van de Japanse pensioenfondsen wenst over te nemen. Op het moment dat een Duitse of Nederlandse rente van circa 3,5% verlangd zal worden, ontploft de Japanse obligatiemarkt.

  • De Verenigde Staten
    In het artikel De president van de Amerikaanse Federale Bank, held of schlemiel? is de situatie in de VS al uitvoerig aan bod gekomen.
    De meest recente gegevens lijken er sterk op te duiden dat het antwoord op de bovenstaande vraag "schlemiel"zal zijn.
    • De groei van de werkgelegenheid is onvoldoende om de groei van de beroepsbevolking te compenseren.
    • De economische indicatoren verslechteren in rap tempo.
    • De huizenprijzen dalen met 1% per maand.
    • Stijgende voedsel- en energieprijzen hollen de koopkracht van de consument uit.
    • De weerstand tegen verlenging van de monetaire verruiming na eind juni neemt binnen en buiten de grenzen steeds verder toe, zodat de FED machteloos dreigt te worden.
      Realiseren beleggers zich eigenlijk wel dat er een 89% correlatie bestaat tussen de balans van de FED en de bewegingen van de S&P index gedurende de laatste twee jaar en wat het aflopen van de monetaire verruiming door de FED in juni dus kan betekenen?
    • De Republikeinen eisen een forse terugdringing van het immense overheidstekort, waardoor aan de stimulering van overheidswege een eind zal komen.
  • De Amerikaanse dollar
    Tot voor kort waren de financiële markten bijna unaniem in hun overtuiging dat de Amerikaanse dollar alleen maar kan dalen.
    Recentelijk is de dollar zich aan het herstellen en analisten wijzen er nu op dat deze rally weleens maanden kan gaan duren.

    Een sterk oplopende koers van de Amerikaanse dollar heeft een bijzonder negatief effect op de zogenaamde "carry trade" in dollars.
    De grote beleggingsfondsen hebben goedkope dollarkredieten gebruikt om overal ter wereld goed renderende aandelen te kopen en te investeren in grondstoffen. Een daling van de waarde van die investeringen, gekoppeld aan een stijgende dollarkoers dwingt tot snelle afbouw van posities.

  • Conclusie
    In het kort moeten beleggers dus rekening houden met de volgende niet onaanzienlijke risico's:
    1. escalatie van de Europese schuldencrisis
    2. scherpe groeivertraging van de Chinese economie
    3. ontploffing van de Japanse obligatiemarkt
    4. scherpe naschokken van de kredietcrisis in de VS
    5. ommekeer van de dollar carry trade
    6. zwarte zwanen?

    Wat staat er dan op de andere kant van de weegschaal?

    1. de overtuiging onder beleggers dat overheden, in het zicht van verslechterende economische omstandigheden, de bezuinigingsprogramma's weer laten vallen en de economie opnieuw gaan stimuleren, desnoods door geld te drukken ( QE III )
    2. de goede bedrijfsresultaten en sterk verbeterde balansen van de multinationals

    Het is natuurlijk geen wedstrijd waar het 6-2 staat, maar een particuliere belegger, die niet in staat is zijn risico's naar behoren af te dekken, dient zich toch wel af te vragen of het beleggingsklimaat momenteel wel zo vriendelijk is als de markt hem of haar wil doen geloven.

    (Google auteur)

     
    Categorie Financieel Advies