In mijn vorige publicatie ‘Je verwonderen over technologie én heerlijk bladeren in magazine na morele afweging’ gebruikte ik een magazine voor een zicht op zowel de tijdgeest als op de morele afweging die daarin huist. Wat als we nu een Lifestylemagazine openslaan? Dan krijg je in deze crisistijd een ander beeld dan je gewend bent. Het staat boordevol bedrijvigheid. Dit terwijl bijna alles waar mensen kunnen ontmoeten zeker tot 1 juni gesloten is. In de letterlijke betekenis is een dergelijk magazine nu meer een opslagplaats van informatie geworden.

Werkelijkheid lijkt surrealiteit geworden.

Een beschrijving van vakanties toont idyllische beelden. Wat normaal dagelijks binnen bereik ligt, is verworden tot verlangen. Dat biedt wederom een aanleiding voor afwegingen. In deze publicatie dan voor een moreel compas op basis van deugden.

Ellendig is het ongemak dat voor mensen tot tragiek leidt. We kunnen namelijk onze dierbaren niet zomaar bezoeken.

We kunnen geen massaal afscheid nemen van iemand die ons ontvalt. We krijgen een andere inkijk in de samenleving. Zoals bij de stilte op straat. Maar ook een doorkijk vanuit gevolgen. Zo zijn er desastreus wegvallende inkomsten en een plat gelegd sociaal leven. Evenzo een langskijk, als we ons de lucht voorstellen en dan de beweeglijkheid van de luchtvaart tussen landen in een zware vertraging zien verkeren.

Maar, met dit ‘Wat overkomt ons nu allemaal?’ worden we ook uitgenodigd tot ópkijken.

Er kan niet meer gestaard worden naar de drukte van alledag die we gewend zijn. Zoals met het halen van onze dagelijkse planning. Maar, ook met het als de wiedeweerga sturen van een aanmaning, om de staatskas met te betalen bekeuringen aan te vullen. Aan onze dagelijkse beleving en ons perspectief wordt geschud. We weten welke sectoren nu niets anders kunnen dan op volle toeren draaien. Al die mensen moeten thuis en door vrienden worden verwelkomd om niet uit het lood te raken. En dan gaandeweg weer een nieuwe balans vinden, thuis, op het werk en sociaal.

Hoe dan ook, onze Lifestyle dient duidelijk te worden bijgesteld.

Ik schets twee mogelijke beelden daarvoor. Ten eerste ‘ons tempo in het hier en nu en consumentisme’ (het dagelijkse inzoomen). Ten tweede ‘het door velen niet te temperen verlangen naar meer - materie’ (een mogelijke idee als stip aan de horizon, vanuit ‘het belangrijkste om aan te werken!’).

Een manier voor het omgaan met het eerste beeld is inzoomen, met ‘Een blik op wat nabij is’

Wanneer we gebonden zijn aan thuis(werken) en niet de omgeving/wereld kunnen intrekken én een blik op de horizon even niet bereikbaar is, kunnen we uitgenodigd worden intenser te beleven wat nabij is. Het dagelijkse tempo en consumentisme vraagt gedwongen een andere waarneming.

We kunnen onze blik op nabijheid aanscherpen.

Dit door in te zoomen op wat er (onderling) is. Buiten is dat de geur van het gras, het wolkendek of strakblauwe lucht, het type zand. Bijvoorbeeld bij een wandeling gaan maken met iemand (kind, familie, buur, vriend) terwijl je elkaar dagelijks normaal weinig spreekt. Thuis is dat de aandacht voor wie belangrijk voor ons is. Er is altijd al veel te ontdekken over wie we met elkaar zijn. Echter, in het bijzonder met het Alert 1,5m afstand te houden, worden we momenteel met wereldse druk getrickerd. Namelijk, elkaar op het fysiologisch vlak met een ongewone dagelijkse opmerkzaamheid te ervaren. Hoe is het eigenlijk gesteld met ons bewegingstempo, stemgebruik, spraakvolume en onze aandacht voor onze emoties, ademhaling en lichaamshouding?

Een manier voor het omgaan met het tweede beeld is uitzoomen, voor een herbezinning over het ‘Zicht op wat doet verlangen’.

Wanneer we het perspectief op wat vandaag en morgen brengt, kwijt zijn, dan vraagt dat bijstelling van ons perspectief op de toekomst. Dat valt nog niet mee want ons geheugen biedt ons veel vertekeningen. Het bepaalt namelijk heel selectief onze samenhangendheid, ons verstand, ons gevoel en onze activiteiten. We hebben de sterke neiging een nieuw probleem te benaderen op een manier die bij een ander probleem gebruikt is.

Kortom, de mensheid wordt op scherp gezet met zijn waarneming voor nabij en voor verder weg.

Met de kans dat we door de natuur de les worden gelezen, moeten we in ieder geval ons verlangen naar meer temperen. Verwachting is verworden tot het maken van een kunstwerk dat nog geen eindresultaat kent.

Goed, wat betekent onze actualiteit voor ons verlangen?

We kunnen nog twijfelen of het onvermijdelijk is dat we als mensen buiten de aarde moeten gaan wonen en leven. Het in ieder geval een waarheid dat we nu met vraagstukken worden teruggeworpen door een natuur die ons in de greep houdt. Op dit moment een zoönose, een virus die is overgesprongen van een dier op de mens. Omdat het niet de eerste keer is en ook niet de laatste keer zal zijn, moeten we onze wijsheid aanspreken hiermee om te gaan.

We gedragen ons als door een wesp gestoken en knokken onverbiddelijk om het problemen onder de duim te krijgen.

We zijn meesters in lineair denken. Maar, gelukkig zien we daarin ook onze beperkingen en doet ineens, als een dief in de nacht, ‘laten we elkaar helpen en naar elkaar omkijken’ opgeld.

Politiek denken drukt, met het vooropstellen van de wetenschap, de filosofie nog in een tweederangs positie.

Dit terwijl filosofie al eeuwenlang een steunpilaar is om scherp te kunnen stellen voor het omgaan met grote dilemma’s. Het is zoeken naar wijsheden voor verstandige gesprekken, dus juist nu is filosofie als wetenschap te gebruiken. Bijna versleten woorden winnen in onze dialogen al aan populariteit, zoals saamhorigheid en solidariteit. Maar er zijn uiteraard veel woorden die een toon kunnen zetten.

Zo is een klassieker voor het vormgeven van een moreel compas het maken van afwegingen op basis van de deugden moed, wijsheid, matigheid en rechtvaardigheid.

Deze scharnier deugden zijn kernen van morele kwaliteit voor het positieve omgaan met wat voor vraagstuk dan ook. De afwegingen gaan onder andere over niet te leven met overmoed, eigenwijsheid, overmatigheid en onrechtvaardigheid.

Wanneer we wat scherper zijn ten aanzien van de afwegingen dan vraagt ‘moedig’ een scherpstellen in de uitersten ‘laf versus overmoedig’, vraagt ‘wijsheid’ een scherpstellen in de uitersten ‘dom versus eigenwijs’, vraagt ‘matigheid’ een scherpstellen in de uitersten ‘ascetisch versus overmatig’ en vraagt ‘rechtvaardigheid’ een scherpstellen in de uitersten ‘onrechtvaardig versus irrationeel’.

Gelukkig hebben we elkaar voor het omgaan met die deugden.

Dat is hard nodig want we voelen de spanning dat met de virus de factor tijd, die wij onszelf aanmeten, niet onze metgezel is. Einstein zette een eeuw geleden het gehele wereldbeeld op zijn kop, daar ruimte en tijd beide hun absolute, afzonderlijke karakter verloren en rechtstreeks met elkaar in verband bleken te staan. Ook nu wordt onze beleving en kijk op tijd en ruimte zowel inzoomend als uitzoomend flink op de proef gesteld.

Er klinkt de roep en evenknie van zonet ‘Zorg goed voor jezelf en voor de mensen om je heen!’ Dit om ons dichter bij elkaar te brengen, omtrent het naar onze beperkingen en mogelijkheden omgaan met vraagstukken van wereldse omvang.

De genoemde deugden komen ons dan voor een dagelijkse afweging goed van pas, door het laten ‘spreken’ van:

  • onze handen (met matigheid > het verlangen naar meer temperen, vanuit een bezinning op ons ‘Zicht op wat doet verlangen’);
  • onze buik (met moed > hulp aan mensen vanuit ‘Een blik op wat nabij is’);
  • ons hart (met rechtvaardigheid > dus niet graaien) en
  • ons hoofd (met wijsheid > geen lak hebben aan het advies 1,5 meter afstand te houden).

Om elkaar, bewust van het relationele karakter van mens-zijn, een riem onder het hart te steken!

Tot slot

In mijn voorlaatste publicatie over maatschappelijk leiderschap staat de deugd ‘moed’ in het teken van verantwoordelijkheid. Integriteit heeft daarbij dan als basis dat iemand leeft naar zijn eigen waarden en normen, terwijl deze waarden en normen een externe (ethische) toets der kritiek kunnen doorstaan.

Laten we hopen dat de accenten die nu ten aanzien van normen, en moed in de vitale sectoren, worden gemaakt tot een positieve bijstelling van waarden (=betekenisgeving) leiden, bijvoorbeeld op het vlak van verdraagzaamheid.

Nb. Bovenstaande vond zijn oorsprong in 'Column (15): Zoomen we in of uit?' voor Maassluis.nu. Voor André's reeks klik HIER.