Behoefte aan data en technologie

professionalisering in de zorgZorg wordt complexer: behoefte aan data en technologie neemt toe. Implementatie van technologie werkt alleen als de gebruiker ervaart dat het een bijdrage levert aan de beroepsinhoud en de beroepsuitoefening. Data maakt nieuwe interactie mogelijk. De digitale opslag van informatie maakt het mogelijk om verbanden te leggen, patiëntdata te verrijken en informatie te vergelijken. De digitalisering van processen is een stap van een organisatie naar een meer digitaal georiënteerde en (data)gedreven organisatie.

Door bijvoorbeeld informatie te standaardiseren, wordt de communicatie tussen professionals en tussen cliënten en professionals versterkt. De cliënt bepaalt welke informatie voor welke zorgprofessional beschikbaar is. Digitale gezondheidszorg maakt meer voorspellende, preventieve, gepersonaliseerde en participatieve zorg mogelijk. Digitale gezondheidszorg verbetert de doelmatigheid en effectiviteit van systemen en processen in de gezondheidszorg.

Feedbackmechanismen

Effectieve systemen kenmerken zich door adequate feedbackmechanismen. Dit speelt ook bij onderling gedrag. Feedback speelt een belangrijke rol in het vergroten van zelfinzicht. Alleen als mensen inzicht hebben in hun eigen manier van interpreteren van situaties zijn fundamentele aanpassingen mogelijk.  Veel van de problemen in complexe systemen komen voort uit eigen uitgangspunten die door mensen niet zelf ter discussie worden gesteld.

Digitalisering maakt het gemakkelijker om met feedback loops (heb ik het goed gedaan?) te werken.

Datagedreven werken

Om datagedreven te kunnen werken en organiseren gelden de volgende twee basisvoorwaarden:

  • Datagedreven opdracht (top-down gericht op het doel), voornamelijk gebaseerd op (zachte) trend/beleidsinformatie en (harde) sturingsinformatie.
  • Datagedreven realisatie (bottom-up gericht op het resultaat), voornamelijk gebaseerd op (zachte) feedback- en (harde) prestatie-informatie.

Het is belangrijk professionals van te voren te informeren wat datagedreven werken inhoudt. Een feedback loop kent vier fases. Het begint met informatie; het gedrag moet worden gemeten, vast worden gelegd en opgeslagen. Ten tweede moet de informatie worden gecommuniceerd aan de persoon waar het om gaat.  De derde fase gaat om de gevolgen: de informatie moet je laten inzien wat er gaat gebeuren. De vierde fase is tot slot de fase van actie. Er moet een duidelijk moment zijn waarop de persoon een keuze kan maken om zijn gedrag te veranderen en in actie te komen.

Positieve benadering

Het gaat er dus om door het geven van feedback in beeld te krijgen welke (terugkerende) gedragskenmerken mogelijk belemmerend zijn bij de uitvoering van de taak en zo (gedrags) verandering mogelijk te maken. Wanneer je resultaten wilt beïnvloeden is het belangrijk dat mensen weten wat er van hen wordt verwacht en hoe het met de kwaliteit (in relatie tot het resultaat) van hun prestaties staat. Zo wordt professioneel werken geprofessionaliseerd.

Literatuur

Jeninga, A. en H. Woldendorp. (2022). Ontwerp voor digitale transformaties van (zorg)organisaties. Werken met de Systemische Ontwikkel Matrix. Amsterdam: SWP

Woldendorp, H. en J. Hoekman. (2029). De weerbarstige praktijk. Een evolutietheorie van het sociaal domein. Amsterdam: SWP