De brief van Minister Koolmees, die de veranderingen van pensioenwetgeving aankondigt, betekent dat werknemers(vertegenwoordigers) al in vroeg stadium zullen moeten voorsorteren op hun positie: gaan we toegeven aan een verdere versobering van het pensioen of gaan we compensatie vragen voor de achteruitgang ten opzichte van de huidige toegezegde pensioenen.

 

Wat speelt er bij de pensioenfondsen?

Al jaren blijven pensioenen achter bij de verwachtingen.

  • De indexaties blijven achter (als deze er überhaupt al zijn);
  • jongere werknemers betalen voor oudere werknemers (wat niet klopt, werknemers hebben een eigen bijdrage en de werkgever betaalt de premie);
  • verzekeraars en veel pensioenadviseurs kijken begerig naar de grote pensioenpotten die de pensioenfondsen nu beheren (ca 80% van alle werknemers heeft het pensioen bij een pensioenfonds).

 

De financieringswijze bij een pensioenfonds is verplicht voorgeschreven en geschiedt op basis van de doorsneepremie (voor alle werknemers is de premie even hoog). Omdat pensioen steeds duurder wordt als je ouder wordt, is deze financieringsvorm niet aantrekkelijk als er minder mensen aan de premie bijdragen.

Er voor zorgen dat de financiering jaarlijks bij is zoals bij een pensioenverzekeraar kost echter enorm veel geld (enkele tientallen miljarden euro’s) en dit lijkt dus geen optie.

 

De belangrijkste reden dat veel pensioenen tegenvallen is dat de rekenrente, die in Nederland gehanteerd wordt (februari 2019: 1,2%), erg laag is (hoe lager hoe zekerder de pensioenen zijn). In de ons omringende landen ligt deze aanzienlijk hoger (gemiddeld 2,1% en in bijvoorbeeld Duitsland 3,1%). Door het gebruikmaken van een wat hogere rekenrente zou het probleem van pensioenkortingen voor het grootste deel opgelost worden. Maar hier ligt niet de keuze van de meerderheid van onze volksvertegenwoordigers. De rente kan immers ook laag blijven.

 
pensioenwetgeving
 

De oplossing

Het nieuwe pensioenstelsel gaat uit van een degressieve opbouw. Een gemiddelde premie voor iedereen zodat je op jouw pensioendatum jouw pensioen volledig bij elkaar hebt gespaard.

Een trendbreuk met het huidige systeem, waarbij het pensioen centraal staat en de pensioenen redelijk zeker zijn.

 

Het gevolg voor de werknemers

Voor alle werknemers een gelijke premie waardoor iedereen gemiddeld een vergelijkbaar pensioen opbouwt. Maar de premie voor een jongere rendeert veel langer dan dat van een oudere werknemer. Bij een gelijke premie gaat de oudere werknemer in de toekomst dus minder pensioen opbouwen dan in de huidige situatie.

Deze oudere werknemer (omslagpunt ligt rond de 45 jaar) gaat er dus op achteruit ten opzichte van de huidige pensioenafspraken.

De kans is groot dat de maximale toegestane pensioenpremie lager zal zijn dan wat de werknemer nodig heeft om het afgesproken pensioen te financieren anders stijgen de pensioenpremies in Nederland met ca. € 100 miljard. Dit is uiteraard niet de bedoeling.

Zo komen er twee trajecten aan de orde waar de Ondernemingsraad alert op moet zijn:

  • willen we zoveel mogelijk herstel van de pensioenafspraken voor medewerkers die erop achteruit gaan binnen de fiscale nieuwe pensioenregels;
  • willen we salarisaanpassing voor de medewerkers die er ondanks gebruik van de maximale fiscale pensioenruimte op achteruit gaan.

 

Veel werkgevers zullen niet zelf met compensatievoorstellen komen en als (de pensioenadviseur van) de werkgever al met een compensatie komt is het gebruikelijk dat werknemers er dan tijdelijk iets bij krijgen. Echter de huidige pensioenovereenkomst is gebaseerd op een pensioen dat ingaat op leeftijd 68 jaar dus zou de compensatie ook tot aan deze datum plaats moeten vinden wil de werknemer er niet opnieuw op achteruit gaan.

 

 

Verwante publicaties:

 
Categorie Financieel Advies